Bij een mola-zwangerschap groeit alleen de placenta. Er is geen levensvatbaar vruchtje. Hierdoor kunnen kwaadaardige cellen ontstaan die zich steeds verder delen. Als je een mola-zwangerschap hebt, kun je in het ziekenhuis behandeld worden.
Bij een mola-zwangerschap is er tijdens of kort na de bevruchting iets misgegaan. Hierdoor groeit alleen de placenta verder en is er geen vruchtje. Dit komt bijna nooit voor, slechts bij 1 van de 2000 zwangerschappen. Door de groei van de placenta zonder vruchtje raken je hormonen in de war. Dat kan leiden tot kwaadaardige cellen die zich steeds verder delen.
Het woord mola komt uit het Latijn. Het betekent ‘massa’. Het verwijst naar de vele kleine blaasjes die ontstaan.
In het begin lijkt een mola-zwangerschap op een normale zwangerschap. Je krijgt last van de bekende symptomen, zoals moeheid en misselijkheid. Maar bij een mola-zwangerschap wordt de kans op bloedverlies steeds groter. Je baarmoeder groeit snel en je buik wordt daardoor sneller dik dan bij een gewone zwangerschap.
Tijdens een echo zie je soms vele kleine blaasjes in een soort ‘druiventrosje’ bij elkaar, in plaats van een vruchtzakje met een embryo. Als je een mola-zwangerschap hebt, heb je ook vaak een hoge hoeveelheid van het zwangerschapshormoon hCG in je bloed. Soms kun je klachten krijgen die lijken op zwangerschapsvergiftiging: oedeem, hoge bloeddruk of eiwit in de urine.
De belangrijkste manier voor het vaststellen van een mola-zwangerschap is het maken van een echo. Hierop is te zien dat er geen embryo in de baarmoeder zit. Soms zijn er ook kleine blaasjes in de vorm van een druiventros te zien.
Ook bloedonderzoek kan een mola-zwangerschap bevestigen, bijvoorbeeld wanneer de hoeveelheid hCG in je bloed erg verhoogd is.
Als je een mola-zwangerschap hebt, moet in het ziekenhuis je baarmoederholte leeggemaakt worden. Dit heet curettage. Het wordt via de vagina gedaan met een dun slangetje. Na die behandeling moet de hoeveelheid hCG je het bloed binnen 8 weken dalen tot normale waarden. Als het hCG-hormoon niet genoeg daalt, is er kans dat de blaasjes weer aangroeien. Soms komen de symptomen van een zwangerschap ook weer terug, of krijg je weer last van bloedverlies. Je wordt dan opnieuw behandeld.
Je wordt ook gecontroleerd op kwaadaardige cellen en weefsels. In ernstige gevallen kunnen de cellen van de mola-zwangerschap zich uitbreiden naar je longen. In dat geval kun je kortademig worden. Een behandeling met celdodende therapie (chemotherapie) is dan nodig om de groei te stoppen.
Nadat een zaadcel een eicel heeft bevrucht, deelt de bevruchte eicel zich. De 2 cellen die ontstaan, delen zichzelf ook weer. Zo gaat het proces door en komen er steeds meer nieuwe cellen. Bij een normale zwangerschap ontstaan uit deze cellen het embryo en de placenta. Bij een mola-zwangerschap groeit de placenta zonder vruchtje in de baarmoederholte verder. Door ophoping van vocht ontstaan er veel blaasjes.
Er zijn 2 soorten mola-zwangerschappen:
De oorzaak van een mola-zwangerschap is niet bekend. Er gaat in ieder geval al heel vroeg in de zwangerschap iets mis: al bij de bevruchting.
Bij een mola-zwangerschap is er bijna nooit een embryo. Als er toch een vruchtje is, dan is deze niet levensvatbaar.
In het jaar na het behandelen van de mola-zwangerschap kan het zwangerschapshormoon hCG in je bloed weer stijgen. Dat betekent dat de blaasjes weer groeien. Je moet dan weer behandeld worden.
Het is daarom belangrijk dat je in de eerste zes maanden na een mola-zwangerschap niet opnieuw zwanger wordt. Als dat wel gebeurt, kan er niet goed meer gecontroleerd worden of de kwaadaardige cellen en weefsels weer groeien.
Een mola-zwangerschap heeft niet alleen gevolgen voor je lichaam, het kan ook emotioneel zijn. Je kunt teleurgesteld zijn omdat er geen levensvatbaar vruchtje is ontstaan. Je kunt je afvragen waarom het gebeurd is, of zelfs schuldig voelen. Dit is begrijpelijk, maar het is onterecht. Een mola-zwangerschap kun je helaas niet voorkomen. Het is pech, maar geen gevolg van iets dat jij of je partner verkeerd hebben gedaan.
Als een mola-zwangerschap is verwijderd, wordt aangeraden om minimaal 6 maanden niet zwanger te worden. Ook als je medicijnen moet gebruiken, kan een nieuwe zwangerschap tijdelijk afgeraden worden.
Ben je opnieuw zwanger? Je hoeft geen speciale behandeling of extra controles als je eerder een mola-zwangerschap hebt gehad. Je kunt gewoon naar de verloskundige gaan. De kans dat je nog een mola-zwangerschap krijgt is 1%. Er is ook geen verhoogde kans op onvruchtbaarheid of gezondheidsproblemen tijdens een nieuwe zwangerschap.