Deze hormonen regelen de zwangerschap, bevalling en borstvoeding

Alle fases
Vruchtbaarheid
Zwangerschap
Bevalling
Na de geboorte
Handen op buik

In het kort

Als je zwanger bent, verandert er veel in het systeem van je hormonen. Daardoor verandert er ook van alles in je lichaam. Dit is nodig om de groei en ontwikkeling van je baby mogelijk te maken. Ook kan je het soms merken aan zwangerschapsklachten. Aan het eind van de zwangerschap regelen je hormonen dat je gaat bevallen. Ze spelen ook een grote rol bij de borstvoeding en bij het gevoel van liefde en zorgzaamheid voor je baby. Welk hormoon wat doet, lees je hier. 

Wat zijn hormonen

Je lichaam bestaat uit cellen. De cellen communiceren met elkaar om je lichaam te laten werken. De hormonen regelen de communicatie: ze geven boodschappen en opdrachten door. Bijvoorbeeld tussen je organen, klieren en groepen cellen. Hormonen zijn stoffen die uit speciale klieren in je lichaam komen en zich verplaatsen via je bloed. Er zijn veel verschillende hormonen, met verschillende taken, en ze reageren op elkaar. Het systeem van hormonen in je lichaam wordt je hormoonstelsel of endocriene stelsel genoemd. 

Hormonen spelen bijvoorbeeld een heel belangrijke rol bij de spijsvertering, stofwisseling, groei en ontwikkeling. Maar ook bij de bevruchting, de zwangerschap, de bevalling en de borstvoeding. Zonder onze hormonen zouden we niet bestaan. 

Hoe veranderen je hormonen tijdens de zwangerschap?

Als je zwanger bent, verandert er veel in het systeem van hormonen in je lichaam. Dit begint al direct na de bevruchting. Het is nodig om zwanger te worden en te blijven, voor de groei en ontwikkeling van je baby en voor de bevalling en de borstvoeding. Pas nadat je bent gestopt met borstvoeding geven, gaan je hormonen weer werken zoals voor de zwangerschap. Dit zijn de belangrijkste hormonen en hun functies. 

hCG (humaan choriongonadotrofine) 

Het eerste hormoon dat na de bevruchting vrijkomt, is hCG. Het wordt ook wel het zwangerschapshormoon genoemd. Je hebt het alleen in je lichaam als je zwanger bent, en je plast het ook uit. Daarom meten de meeste zwangerschapstesten of je hCG in je plas hebt. HCG komt uit cellen van het vruchtje en later uit de placenta. Het zorgt ervoor dat je genoeg progesteron aanmaakt. Dit is ook een hormoon, dat er weer voor zorgt dat je zwanger blijft.  

Progesteron 

Progesteron zorgt ervoor dat het slijmvlies in je baarmoeder dikker wordt, zodat een bevruchte eicel zich kan innestelen. Daarna zorgt progesteron ervoor dat je zwanger kan blijven en dat de baby zich goed kan ontwikkelen. Het regelt van alles, bijvoorbeeld dat er meer bloed naar je baarmoeder gaat en dat die niet gaat samentrekken. Ook remt het je immuunsysteem, zodat je lichaam de baby niet afstoot. Het helpt bij de voorbereiding op de bevalling, door je bekkenbodemspieren sterker te maken. Als het zover is, daalt de hoeveelheid progesteron, zodat je baarmoeder juist wel goed kan gaan samentrekken. Het hormoon oxytocine zorgt er dan voor dat je weeën krijgt.  

Door progesteron verslapt alles in je lichaam een beetje, zoals je spieren en je vaatwanden. Daardoor kan je deze klachten krijgen: brandend maagzuur, overgeven, een opgeblazen gevoel, verstopping (obstipatie) en aambeien. 

Oestrogeen 

Oestrogeen komt uit je eierstokken en het speelt een rol bij het rijpen van eicellen en de eisprong. Ook maakt het het slijm in je baarmoedermond en je vagina geschikt voor de toegankelijkheid van spermacellen, zodat die bij een rijpe eicel kunnen komen. Tijdens de zwangerschap geeft de placenta veel oestrogeen af. Dit helpt de groei van de baarmoeder en de ontwikkeling van de baby. Oestrogeen stimuleert ook de groei van melkklieren in je borsten, zodat je na de geboorte borstvoeding kan geven. Als je bijna gaat bevallen, maakt oestrogeen je baarmoeder gevoelig voor oxytocine. Dit hormoon zorgt dat je baarmoeder gaat samentrekken (weeën).  

Door oestrogeen kan je tijdens de zwangerschap last krijgen van misselijkheid en pijn in je onderrug en je bekken, doordat je spieren en gewrichten soepeler worden. 

Oxytocine 

Oxytocine wordt ook wel het knuffelhormoon genoemd. Het komt vrij als je elkaar lief vindt en aanraakt. Het speekt een belangrijke rol bij relaties, zoals tussen geliefden, vrienden en ouders en hun kind. Oxytocine komt uit je hersenen. Het werkt rustgevend, pijnstillend en het zorgt voor ontspanning. Maar oxytocine is ook een heel belangrijk zwangerschapshormoon.  

Tijdens de zwangerschap remt het hormoon progesteron de aanmaak van oxytocine. Als je bijna gaat bevallen daalt de hoeveelheid progesteron, en komt er steeds meer oxytocine in je bloed. Dat gaat naar de baarmoeder en zorgt dat die samentrekt: je krijgt weeën. Dit gaat door tot je baby én de placenta zijn geboren. Knuffelen met je baby en het zuigen aan de borst voor borstvoeding zorgt voor veel oxytocine. Dit helpt de geboorte van de placenta en het stromen van de moedermelk. En oxytocine zorgt bij beide ouders en de baby voor hechting: het sterke gevoel dat je bij elkaar hoort, van elkaar wilt houden en voor je baby wilt zorgen. 

Relaxine 

Relaxine zorgt voor een goede doorbloeding in het slijmvlies in de baarmoeder. Dit helpt de groei en ontwikkeling van je baby. Ook maakt het je spieren, gewrichten, pezen en de baarmoedermond soepeler. Vooral in je bekken is dit heel handig. Je bekken bestaat uit meerdere botten, die door de soepele spieren en banden beweeglijker worden. Zo komt er binnenin meer ruimte voor je baby. Tijdens de bevalling maak je veel relaxine aan, waardoor je baby makkelijker door je bekken kan bewegen om geboren te worden.   

Door het verweken van je spieren, gewrichten en pezen ben je tijdens zwangerschap gevoeliger voor blessures. Je kan ook bekkenpijn krijgen door (onder andere) relaxine. 

Prolactine 

Als je zwanger bent, groeien er meer melkklieren in je borsten. Hier zorgt het hormoon prolactine voor, samen met andere hormonen. Je borsten worden zwaarder en kunnen gevoelig zijn. Ook kan er tijdens de zwangerschap al een beetje melk uit je tepels komen.  

Prolactine wordt geremd door andere zwangerschapshormonen, tot je baby en de placenta zijn geboren. Daarna stijgt de hoeveelheid prolactine verder, vooral als je baby aan je borst drinkt. Door het zuigen aan je tepel maak je prolactine en oxytocine aan. Prolactine zorgt dat je melkklieren moedermelk maken, oxytocine zorgt dat dit naar je tepels stroomt. Samen zorgen deze hormonen ook voor de hechting (liefde) tussen moeder en kind. 

hPL (humaan placentair lactogeen) 

Tijdens de zwangerschap remt hPL samen met andere hormonen het hormoon prolactine in je lichaam. Dit remt de aanmaak van moedermelk. Ook zorgt hPL ervoor dat je lichaam de zwangerschap niet afstoot. Verder speelt het een rol bij de suikerstofwisseling, waardoor de baby genoeg energie (glucose) krijgt. Maar het kan soms ook meespelen bij het krijgen van zwangerschapsdiabetes. HPL komt uit de placenta en neemt snel af nadat de placenta is geboren. 

Prostaglandine 

Prostaglandine speelt een rol bij het starten van je bevalling. Tijdens de zwangerschap remt het hormoon progesteron de aanmaak van prostaglandines. Als je bijna gaat bevallen, daalt de hoeveelheid progesteron en gaat je lichaam prostaglandines aanmaken. Die helpen op hun beurt het vrijkomen van oxytocine, waardoor je baarmoeder gaat samentrekken (dit zijn weeën). Ook maakt prostaglandine je baarmoedermond soepeler en korter. Daardoor kunnen de weeën ervoor zorgen dat de baarmoedermond opengaat (ontsluiting).  

Strippen is een manier om de bevalling vanaf 41 weken op gang te helpen. Door strippen komen er namelijk prostaglandines vrij. Wil je meer weten over strippen, kijk dan hier.

Komt misselijkheid tijdens de zwangerschap door de hormonen?

Misselijkheid komt veel voor tijdens de zwangerschap. Met en zonder overgeven. Het komt waarschijnlijk door de grote veranderingen in de aanmaak van je hormonen. Dit lijkt vooral te komen door het hormoon hCG. Dit komt meteen na de bevruchting vrij.  

De hoeveelheid hCG in je lichaam neemt snel toe in het eerste trimester (0-12 weken). Na ongeveer 12-16 weken neemt het langzaam weer af en daarna blijft het stabiel. De meeste zwangeren gaan zich vanaf het begin van het tweede trimester (12-26 weken) weer wat beter voelen.

Welke klachten kan je krijgen door de hormonen?

Je hormonen hebben allemaal een onmisbare taak, maar ze kunnen ook klachten geven tijdens de zwangerschap. Misselijkheid en overgeven komt het vaakst voor, vooral in het eerste trimester (tot 12 weken). Maar er zijn nog veel meer ongemakken waar je last van kan krijgen, van bloedend tandvlees tot kramp in je kuiten. Dit gaat vanzelf weer over. Wil je tips of advies of maak je je zorgen? Bespreek het met je verloskundige. 

Je hormonen kunnen ook veel invloed hebben op hoe je je voelt. Je kan last krijgen van stemmingswisselingen. Dan voel je je bijvoorbeeld snel geprikkeld, somber of angstig. Niet alleen tijdens de zwangerschap, maar ook in de eerste weken na je bevalling of in de borstvoedingsperiode. Deze gevoelens zijn normaal en gaan vaak vanzelf voorbij. Wordt het niet beter of heeft je stemming een grote invloed op je dagelijks leven? Vertel het je verloskundige of je huisarts. Zij kunnen met je bespreken of het fijn zou zijn om hier hulp bij te krijgen. 

Wanneer werken je hormonen weer zoals voor de zwangerschap?

Na de bevalling heeft je lichaam tijd nodig om te herstellen van de grote hormonale veranderingen. Dit heet ontzwangeren. Je hormoonstelsel zal zich (langzaam) weer aanpassen aan niet zwanger zijn en opnieuw vruchtbaar worden. Het verschilt per persoon hoelang dit duurt en wat je ervan merkt. Het hangt er ook vanaf of je borstvoeding geeft. Het is normaal wanneer het 9-12 maanden duurt tot je helemaal bent hersteld, maar het kan ook twee jaar duren. Dat geldt voor je lichamelijke herstel, maar ook voor hoe je je geestelijk voelt.  

Je hormonen regelen ook dat je na een zwangerschap opnieuw vruchtbaar wordt. Vanaf een aantal weken na de bevalling kan je in principe weer zwanger worden. Wil je dit voorkomen met anticonceptie, dan vind je hier informatie.   

Welke endocriene ziektes hebben invloed op zwanger worden of de zwangerschap?

Endocriene ziektes zijn ziektes in organen die hormonen aanmaken. Er zijn veel van deze ziektes en aandoeningen. Daarvan komen aandoeningen aan de schildklier het vaakst voor bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd. Meestal is een schildklieraandoening een auto-immuunziekte. Dit betekent dat je afweersysteem gezonde cellen aanvalt. 

Schildklieraandoeningen

Je schildklier maakt hormonen aan, die een rol spelen bij je vruchtbaarheid en de zwangerschap. Als je schildklier te snel werkt (hyperthyreoïdie), of te traag werkt (hypothyreoïdie), kan dit ervoor zorgen dat je minder makkelijk zwanger wordt. Je schildklierhormonen beïnvloeden namelijk de werking van je eierenstokken. Ook zijn ze in de eerste maanden van de zwangerschap belangrijk voor een goede ontwikkeling van je baby. Vanaf achttien weken gaat je baby langzaam zelf schildklierhormonen aanmaken.  

Het is daarom belangrijk dat een probleem met je schildklier al vroeg in de zwangerschap wordt behandeld. Dit is goed om te weten:  

  • Als je schildklier te traag werkt (hypothyreoïdie), heb je meer kans op een onregelmatige cyclus, niet zwanger worden, herhaalde miskramen en een vroeggeboorte. 
  • Hypothyreoïdie kan tijdens de zwangerschap veilig worden behandeld met medicatie. Als je deze medicatie gebruikt, is het belangrijk dat de dosis wordt verhoogd zodra je zwanger bent. Je huisarts of de arts in het ziekenhuis bepaalt de juiste dosis aan de hand van je schildklierwaardes. Daarvoor moet je elke 4-6 weken bloedprikken. Voor de begeleiding van je zwangerschap ga je naar je verloskundige. 
  • Als je schildklier te snel werkt (hyperthyreoïdie), heb je een verhoogde kans op een miskraam, zwangerschapsvergiftiging, groeiproblemen bij je baby, vroeggeboorte en het overlijden van je baby tijdens de zwangerschap. Daarom wordt de zwangerschap (meestal) begeleid in het ziekenhuis. Dit hangt er onder meer van af welke medicatie je gebruikt. Er zijn verschillende medicijnen om de schildklier te remmen.  

Heb je een aandoening aan je schildklier en wil je graag zwanger worden? Bespreek dit dan met je huisarts of je arts in het ziekenhuis. Met de juiste behandeling kan je zo gezond mogelijk de zwangerschap ingaan. 

Kan je een hormoonziekte of -aandoening overdragen op je baby?

Er zijn verschillende ziektes en aandoeningen waarbij je hormonen een rol spelen. Of je deze kan overdragen op je baby, hangt af van de oorzaak van de ziekte. Bij schildklierproblemen is de oorzaak vaak een auto-immuunziekte. Dat betekent dat je afweersysteem per ongeluk gezonde cellen in je lichaam aanvalt. Waarom dit gebeurt, is niet bekend.   

Als er in je familie een auto-immuunziekte voorkomt, zou dit kunnen betekenen dat er meer risico is dat je kind dit krijgt. Maar dat is niet altijd zo. Behalve erfelijke factoren, hebben factoren uit de omgeving ook invloed op het wel of niet krijgen van een auto-immuunziekte.  

Bronnen

Gebaseerd op

verloskundige kennis en expertise

Gerelateerde artikelen