De meeste kinderen worden gezond geboren en blijven gezond. De kraamverzorgende let bij de kraamcontroles op kenmerken die laten zien hoe het met de gezondheid van de baby gaat. Soms zijn er signalen dat het niet helemaal goed gaat. Waar kijkt de kraamverzorgende allemaal naar?
De eerste dagen na de bevalling doet de kraamverzorgende controles bij je baby. Dit is om bij te houden hoe het met je baby gaat. Na de geboorte moet een baby wennen en zich aanpassen aan het leven buiten de buik. De meeste pasgeboren baby's passen zich snel en goed aan. Soms zijn er signalen dat het niet helemaal goed gaat met een baby. Tijdens de kraamcontroles let de kraamverzorgende hierop.
Er zijn heel wat manieren om te kijken hoe het met een pasgeboren baby gaat. Hier kijkt de kraamverzorgende onder andere naar bij de kraamcontroles:
Terwijl de kraamverzorgende de kraamcontroles doet, kan deze je leren waar je op kan letten en hoe je dat kan doen.
Meestal geven de kraamcontroles aan dat het goed gaat met de baby. Dat is een fijne bevestiging voor de ouders. Als er signalen zijn dat het niet helemaal goed gaat, kan de kraamverzorgende vaak tips geven die jou en je baby helpen. In een aantal gevallen is het nodig om met de verloskundige te overleggen. Heel soms adviseert de verloskundige dat aanvullend onderzoek of een behandeling nodig is. Dit wordt dan meestal door de huisarts en de kinderarts gedaan.
De kraamverzorgende leert je op welke signalen je kan letten bij je baby. Bijvoorbeeld hoe vaak je baby plast, poept en drinkt, hoe de kleur van de huid eruitziet en hoe je baby zich gedraagt. Ook kan de kraamverzorgende laten zien hoe je de temperatuur van je baby kan meten. De kraamverzorgende schrijft de controles op en bespreekt ze met de verloskundige.
De ouders en de kraamverzorgende zijn vaak de eersten die het opvalt wanneer het niet goed gaat. Dit is bijvoorbeeld te merken aan koorts, sufheid of een baby die zich niet meldt voor een voeding. Je hoort van je verloskundige en de kraamverzorgende wanneer je contact moet opnemen.
Als de kraamverzorgende bij de controle iets ziet wat opvalt of afwijkt, zal deze je hier advies over geven. Soms is het nodig dat de verloskundige bij je thuis komt, om samen te kijken wat het beste is om te doen.
De kraamverzorgende noteert de kraamcontroles in het kraamdossier. De verloskundige bespreekt de controles met je. Als er iets is gezien wat anders is dan gebruikelijk, zal de verloskundige met jou en de kraamverzorgende overleggen welke adviezen er zijn en wat het beste is.
Soms zijn de controles zo opvallend of afwijkend, dat de verloskundige de kinderarts vraagt om mee te denken of verder onderzoek te doen. In dat geval verwijst de verloskundige jullie naar het ziekenhuis.
verloskundige kennis, ervaring en expertise.