Nageboortetijdperk (geboorte van de placenta)

Bevalling
Na de geboorte

In het kort

Als je baby is geboren, is de bevalling nog niet klaar. De placenta moet ook nog komen. De fase waarin de placenta wordt geboren, heet het nageboortetijdperk. Deze fase hoort nog bij de bevalling, ook al is je baby er al.   

Wat is de geboorte van de placenta?

Het nageboortetijdperk is de fase van de bevalling waarin de placenta wordt geboren. De placenta (moederkoek) is een orgaan dat speciaal voor de zwangerschap aan de binnenkant van je baarmoeder groeit. Dit orgaan zorgt ervoor dat je baby zuurstof en voedingsstoffen uit jouw bloed krijgt. Daardoor kan je baby in je buik groeien en zich ontwikkelen. Zonder placenta is een zwangerschap niet mogelijk. En als de baby is geboren, is de placenta niet meer nodig. Daarom komt die er ook uit. 

De geboorte van de placenta gebeurt met samentrekkingen van je baarmoeder (weeën). Daardoor komt de placenta los van de binnenkant van de baarmoeder en wordt deze door je vagina naar buiten geduwd. Dit duurt bij de meeste vrouwen een paar minuten.  

Wat merk je van de geboorte van de placenta?

Meestal voel je kort na de geboorte van je baby weer krampen in je buik. Dit zijn de naweeën. Je baarmoeder trekt samen om de placenta los te maken van de binnenkant. Daarbij kan je even wat meer bloed verliezen. Daarna komt de placenta via je vagina naar buiten.   

Vaak begeleidt de verloskundige je bij de geboorte van de placenta. Bijvoorbeeld door te zeggen dat je nog even mag persen. Ook kan ze de navelstreng vasthouden om de placenta naar buiten te leiden.

Doet de geboorte van de placenta pijn? 

De placenta wordt geboren tijdens een aantal naweeën. Deze krampen zijn meestal wel pijnlijk, maar lang niet zo hevig als de weeën tijdens de ontsluiting en het persen. Het doet geen pijn wanneer de placenta door je vagina komt. Het is een zacht orgaan.  

Hoelang na de geboorte van de baby komt de placenta? 

Meestal komt de placenta snel los van de baarmoeder en wordt dan ook snel geboren. Bij de meeste vrouwen gebeurt dit binnen dertig minuten na de geboorte van de baby.   

Op de plek waar de placenta aan de baarmoeder vastzat, lopen bloedvaatjes. Zodra de placenta loslaat, komt hier wat bloed uit. Als de placenta is geboren, kan de baarmoeder goed krimpen. De bloedvaatjes knijpen dan dicht. Daarom let de verloskundige goed op je bloedverlies en de geboorte van de placenta.

Tips om de geboorte van de placenta te helpen 

De placenta wordt geboren door naweeën. Die krijg je door het hormoon oxytocine (net als de andere weeën). Meestal gaat dit vanzelf, maar er zijn wat tips die kunnen helpen bij de geboorte van de placenta: 

  • Oxytocine stimuleren. Dit gebeurt als je knuffelt met je baby en je baby laat drinken aan de borst. Ook helpt een rustige, ontspannen omgeving. 
  • Rechtop zitten, hurken of staan. Zo helpt de zwaartekracht de placenta naar beneden te zakken. 

Wat kan je doen als de placenta op zich laat wachten? 

Als je na de geboorte van je baby normaal of weinig bloedverlies hebt, kan je rustig afwachten tot de placenta komt. Is de placenta er na dertig minuten nog niet? Dan kan de verloskundige (naast nog wat langer afwachten) twee dingen doen:

  • Een prik met oxytocine 
    De baarmoeder moet goed samenknijpen om je placenta los te krijgen van de baarmoederwand. Als je naweeën niet meer sterk genoeg zijn, komt de placenta soms niet goed los. Je kan dan te veel bloed verliezen. Om dit te voorkomen, kan je verloskundige je een prik met oxytocine geven. Dit helpt het samenknijpen van de baarmoeder.  
     
  • Je blaas legen (met een katheter) 
    Een volle blaas kan er soms voor zorgen dat je baarmoeder niet genoeg kan samentrekken. Goed uitplassen gaat vaak moeilijk na een bevalling. Je verloskundige kan je blaas dan legen met een katheter. Dit is een dun slangetje, dat via je plasbuis in je blaas wordt gebracht. Dit duurt vaak minder dan een minuut en het is niet pijnlijk. 
    Helpt dit niet, of heb je al eerder ruim bloedverlies, dan roept de verloskundige extra medische hulp in. Een arts neemt de zorg dan over. Dat komt omdat het risico op te veel bloedverlies groter wordt. 

    Als je bij een vorige bevalling veel bloed bent verloren, is er een groter risico dat dit nog een keer gebeurt. Dat is ook zo als de placenta bij een eerdere bevalling niet vanzelf loskwam. Dit is een reden om de placenta bij een volgende bevalling snel geboren te laten worden. De verloskundige zal dan eerder extra handelingen uitvoeren of hulp inschakelen als de placenta niet snel na de geboorte van de baby volgt.

Wat nog meer? 

Behalve de geboorte van de placenta, zijn er nog meer dingen belangrijk na de geboorte van je baby: 

  • Het gouden uur 
    Dit is het eerste uur (of paar uur) samen met je baby. Het gouden uur is belangrijk voor jullie hechting (binding) en voor de eerste borstvoeding. Je verloskundige zal je aanmoedigen om je baby huid-op-huid bij je te nemen. Daardoor komt je baby tot rust en het helpt bij het vinden van de tepel. Bij een natuurlijke bevalling vallen het nageboortetijdperk en het gouden uur samen. Je placenta wordt dan geboren terwijl je baby bij je ligt.  
     
  • APGAR-score 
    De verloskundige kijkt na 1, 5 en 10 minuten na de geboorte naar de conditie van je baby. Daarbij let deze op 5 punten (ademhaling, hartslag, kleur, spierspanning, reflexen). Per punt geeft de verloskundige een score van 0, 1 of 2. Samen is dit de APGAR-score, van in totaal 0 tot 10 punten. Een score van 7 of hoger betekent een normale tot goede conditie van de baby.   
     
  • Lichamelijk onderzoek van de baby 
    Ongeveer één tot twee uur na de geboorte doet de verloskundige een lichamelijk onderzoek van de baby. Daarbij bekijkt deze je baby van top tot teen. Bijvoorbeeld of het gehemelte gesloten is, en of er lichamelijke afwijkingen zijn waar je baby last van kan hebben. Ook wordt je baby gewogen en de temperatuur gemeten. Als je het goed vindt, krijgt je baby vitamine K via druppeltjes in de mond. 
     
  • Hechten 
    Het is normaal dat je een beetje inscheurt tijdens de bevalling. Meestal kan je verloskundige dit zelf hechten. Dit gebeurt altijd met verdoving. Je krijgt deze verdoving met een prik. 
     
  • Belinstructies 
    Als alles goed gaat, vertrekt de verloskundige na twee tot drie uur na de bevalling. Voordat de verloskundige weggaat, krijg je uitleg over wanneer je moet bellen. Bijvoorbeeld over je bloedverlies, koorts of wanneer je je niet lekker voelt. Of over de temperatuur en het gewicht van je baby, of de borstvoeding. Tijdens de kraamweek komt de verloskundige een paar keer langs om te kijken hoe het met jullie gaat. Ongeveer zes weken na de bevalling sluiten jullie de kraamtijd samen af met een nacontrole op de verloskundigenpraktijk.  

Bronnen