Kraambedpsychose

Na de geboorte
Vrouw staat en kijkt verdrietig naar beneden

In het kort

Een kraambedpsychose is een psychose die na de bevalling kan ontstaan. Iemand met een kraambedpsychose weet niet meer wat echt is en wat niet en verliest de controle over diens eigen gedrag. Een kraambedpsychose kan voor gevaarlijke situaties voor het hele gezin zorgen. Neem daarom al bij de eerste tekenen altijd contact op met een hulpverlener.   

Wat is een kraambedpsychose?

Een kraambedpsychose, ook wel bekend als postpartumpsychose, is een psychose die je na de bevalling kan krijgen. Je hoort of ziet dingen die andere mensen niet horen of zien, bent achterdochtig, verward en herkent jezelf niet meer terug in je gedrag. Een kraambedpsychose komt heel weinig voor. Slechts 1 à 2 op de 1000 zwangeren krijgt hier na de bevalling mee te maken. De kans dat het jou treft is dus erg klein. Je hebt meer kans op een kraambedpsychose als je buiten je zwangerschap ook bekend bent met psychoses of een bipolaire stoornis hebt. 

Wat merk je van een kraambedpsychose?

Een kraambedpsychose begint meestal met slecht slapen en een rusteloos gevoel. Daarnaast ben je prikkelbaar, opvliegend en heb je jouw eigen gedrag niet goed meer onder controle. Andere kenmerken van een kraambedpsychose zijn angstgevoelens en gewelddadige gedachten. Je kunt bijvoorbeeld het idee krijgen dat je jezelf, je baby of je partner iets aan moet doen. Je hebt het gevoel dat je grip op de werkelijkheid verliest als je niet continu controle blijft uitoefenen. Als het langer duurt kan een kraambedpsychose uiteindelijk ook leiden tot een depressie.  

Wat kan je zelf tegen een kraambedpsychose doen?

Als je denkt dat jij of iemand anders in een kraambedpsychose raakt, neem dan direct contact op met een hulpverlener, zoals je verloskundige of huisarts. Heb je voor je zwangerschap al een psychose of andere psychiatrische problemen gehad? Maak dan een signaleringsplan samen met je therapeut of psychiater. Zo weet je hoe je de eerste symptomen van een kraambedpsychose bij jezelf herkent. Geef dit ook altijd aan bij de verloskundige en bespreek het met je partner of iemand anders die jou goed kent en in de kraamperiode regelmatig bij je zal zijn.    

Als je een verhoogde kans hebt op een kraambedpsychose, kan je kiezen voor een klinisch kraambed. Je blijft na de bevalling dan een paar dagen op de kraamafdeling in het ziekenhuis. Hier krijg je wat extra begeleiding als dat nodig is. Vind je dit een fijn idee? Bespreek deze optie dan met jouw verloskundige.  

Kan een kraambedpsychose kwaad?

Bij een kraambedpsychose komt het soms voor dat je geen controle meer hebt over je eigen gedrag en dat je niet meer weet wat echt is en wat niet. Hierdoor kunnen gevaarlijke situaties ontstaan, waarbij je jezelf of je omgeving iets aandoet. Een kraampsychose kan dus kwaad.

Wat is de oorzaak van een kraambedpsychose?

Een kraambedpsychose kan, net als een ‘normale’ psychose, door meerdere factoren veroorzaakt worden. Bijvoorbeeld door traumatische gebeurtenissen die je hebt meegemaakt, psychische aandoeningen, drugsgebruik of door erfelijke factoren. Wat de oorzaak precies is hangt af van de persoon.  

Wanneer moet je de verloskundige bellen bij een kraambedpsychose?

Het is belangrijk dat je bij de eerste tekenen van een kraambedpsychose meteen contact opneemt met je verloskundige. Bijvoorbeeld als mensen zeggen dat je niet op jezelf lijkt of als ze zich zorgen om je maken. Bel de verloskundige ook als je niet kan slapen na je bevalling of andere symptomen van een kraambedpsychose herkent. 

Wat kan de verloskundige voor je doen als je een kraambedpsychose hebt? 

Bij een (mogelijke) kraambedpsychose overlegt je verloskundige met andere zorgverleners, zoals je huisarts en een psycholoog, over de volgende stappen. De verloskundige kan zorgen voor een klinisch kraambed en medicatie laten voorschrijven als dat nodig is.  

De verloskundige kan je ook doorverwijzen naar de POP-poli. Dit is een afdeling in het ziekenhuis die speciaal bestaat voor zwangere en net bevallen personen met angstklachten, depressieve of psychotische aandoeningen en voor zwangeren die medicijnen tegen deze klachten gebruiken. Op de POP-poli werken psychiaters, kinderartsen en gynaecologen samen om iedereen op de beste manier te helpen. 

Hoe gaat het verder? 

Na je behandeling blijf je onder controle, ook als jouw kraambedpsychose al voorbij is. Als het nodig is, krijg je maatschappelijke of psychiatrische zorg, eventueel met medicijnen. Daarnaast krijgt je sociale netwerk, zoals je partner, ouders of andere naasten, uitleg over hoe ze om moeten gaan met jouw psychose. Ben je opnieuw zwanger na je kraambedpsychose? Dan wordt een plan gemaakt voor na de bevalling.   

Bronnen

Startpagina - Antipsychotica en niet-SSRI antidepressiva tijdens zwangerschap en lactatie - Richtlijn - Richtlijnendatabase. (n.d.). https://richtlijnendatabase.nl/richtlijn/antipsychotica_en_niet-ssri_antidepressiva_tijdens_zwangerschap_en_lactatie/startpagina_-_antipsychotica_en_niet-ssri_antidepressiva_tijdens_zwangerschap_en_lactatie.html

Heineman, M. J., & Treffers, P. E. (2001). Obstetrie en gynaecologie : de voortplanting van de mens. https://lib.ugent.be/nl/catalog/rug01:000701343

Berg, M. P., Van Kamp, I. L., & Wennink, H. (2015). Handboek psychiatrie en zwangerschap