Als je je er klaar voor voelt om een kind te krijgen, kan je gaan proberen om zwanger te worden. Hoe snel dit lukt, hangt van verschillende dingen af. Regelmatig seks hebben met je partner, daar begint het mee. Voor de bevruchting moeten een eicel en een zaadcel bij elkaar komen. Daarvoor is ook een eisprong en gezond (actief) zaad nodig. Jouw vruchtbaarheid en die van je partner bepalen samen hoe makkelijk je zwanger wordt. Hier lees je hoe vruchtbaarheid werkt en wat hier allemaal invloed op heeft.
Als je een kinderwens hebt en bent gestopt met anticonceptie (voorbehoedsmiddelen), hoop je misschien dat je gauw zwanger wordt. Het kan na één keer seks raak zijn, maar vaak duurt het een tijdje. Van alle vrouwen die zwanger willen worden, is:
Het is dus heel gewoon wanneer zwanger worden niet meteen lukt. Als je na een jaar nog niet zwanger bent, kan het goed zijn om dit met je huisarts te bespreken.
Als je zwanger wilt worden, kan het helpen om je menstruatiecyclus te begrijpen. In de puberteit word je voor het eerst ongesteld: je gaat menstrueren. Je verliest bloed uit je vagina, dit bloed komt uit je baarmoeder. Het bloedverlies duurt gemiddeld 2 tot 5 dagen. Het betekent dat je menstruatiecyclus is begonnen en dat je vruchtbaar bent geworden.
Het woord cyclus betekent: proces dat zich steeds weer herhaalt. De stappen (fases) van de menstruatiecyclus herhalen zich ongeveer elke maand. De fase waar je in zit, bepaalt hoe vruchtbaar je op dat moment bent. Als je graag zwanger wilt worden, is het dus handig om te weten hoe je cyclus verloopt.
Dit zijn de fases van een menstruatiecyclus:
1. In je eierstok groeit een eicel. Deze wordt klaargemaakt (rijp) om bevrucht te worden. Ook wordt het slijmvlies in je baarmoeder dikker. Het wordt geschikt gemaakt voor een bevruchte eicel. Dit heet de folliculaire fase.
2. Je hebt een eisprong. Een ander woord voor eisprong is ovulatie. De rijpe eicel komt vanuit de eierstok in de eileider terecht. Als daar ook een zaadcel is, kan die de eicel bevruchten. Dit heet de luteale fase. Nu ben je het vruchtbaarst.
3. Je wordt ongesteld. Als de eicel niet is bevrucht, voert je lichaam deze af via je vagina. Samen met het laagje slijmvlies uit de baarmoeder. Daarbij verlies je bloed. Dit heet de menstruatie.
Je hormonen regelen je menstruatiecyclus. Ze komen vanuit je hersenen via je bloed bij je eierstokken terecht. Dit zijn verschillende hormonen, die ook effect op elkaar hebben. Samen regelen ze dat je steeds opnieuw kans hebt om zwanger te worden.
Ongeveer elke maand heb je een eisprong (ovulatie) en daarna word je ongesteld (behalve als je zwanger bent). Dit is je menstruatiecyclus. Hoelang een cyclus duurt, verschilt per vrouw. Gemiddeld is dit rond de 28 dagen. Het kan ook 21 dagen zijn, of 35 dagen, of iets daartussen. Om te weten hoelang jouw cyclus duurt, begin je met tellen op de dag waarop je ongesteld wordt en je telt tot en met de laatste dag vóórdat je weer ongesteld wordt.
Wil je graag zwanger worden, dan is het handig om te weten hoelang jouw cyclus duurt. Als je een regelmatige cyclus hebt, kan je namelijk uitrekenen op welke dagen je het meest vruchtbaar bent. Een regelmatige cyclus betekent dat het elke keer ongeveer evenveel dagen duurt tot je weer ongesteld wordt.
Op de dagen rond je eisprong heb je de meeste kans om zwanger te raken. Meestal is de eisprong 14 dagen voordat je weer ongesteld wordt. Duurt je cyclus 28 dagen, dan ben je dus het meest vruchtbaar rond dag 14.
Na de eisprong kan een eicel ongeveer 12 uur worden bevrucht. En na seks met een zaadlozing (sperma) in je vagina, blijven zaadcellen 2 tot 3 dagen in leven in de baarmoeder. Als je dus 24 tot 48 uur vóór je eisprong seks hebt, vergroot je de kans op een bevruchting. Weet je niet precies wanneer je een eisprong hebt? Dan kan je het beste elke 2 of 3 dagen met je partner vrijen. Zo lang kunnen zaadcellen blijven leven in de baarmoeder. Elke dag vrijen hoeft dus niet om de kans op een zwangerschap te vergroten.
Als je een regelmatige menstruatiecyclus hebt, kan je berekenen wanneer je eisprong komt. Dit is ongeveer 14 dagen voordat je ongesteld wordt. Rond de eisprong ben je het meest vruchtbaar. Als je dan seks hebt, is de kans op een bevruchting het grootst.
Vind je het moeilijk om je eisprong te berekenen, bijvoorbeeld omdat je cyclus niet elke maand evenveel dagen duurt? Dan kan je ervoor kiezen om ovulatietesten te gebruiken. Deze test meet een hormoon in je plas (het LH-hormoon of luteïniserend hormoon). Dit hormoon stijgt 1 tot 2 dagen voordat je eisprong komt. Is de test positief, dan beginnen je meest vruchtbare dagen.
Je kan soms ook aan je lichaam herkennen wanneer je eisprong komt. Op deze tekenen kan je letten:
Heb je een kind gekregen en geef je borstvoeding, dan kan je minder vruchtbaar zijn. Als je baby aan je tepel zuigt, komt het hormoon oxytocine vrij. Dit remt de aanmaak van andere hormonen. Hierdoor komt je menstruatiecyclus na de bevalling minder goed of niet op gang. Je hebt dan soms ook geen eisprong.
Dat betekent niet dat je niet zwanger kan worden zolang je borstvoeding geeft. Alleen dat de kans misschien kleiner is. Op onze pagina over anticonceptie (manieren om een zwangerschap te voorkomen) kan je hier meer over lezen.
Nadat je een baby hebt gekregen, komt je menstruatiecyclus weer op gang. Dat betekent dat je weer elke maand ongesteld wordt. Hoelang dit duurt, verschilt per vrouw. Het kan zijn dat je na 4 tot 6 weken weer ongesteld wordt. Dat betekent ook dat je 2 weken daarvóór een eisprong hebt gehad. Rond de eisprong kan je opnieuw zwanger raken.
Wil je weer beginnen met seks? Dan is het dus belangrijk om direct anticonceptie te gebruiken als je niet zwanger wilt worden. Met je verloskundige of huisarts kan je bespreken welk voorbehoedsmiddel het beste bij je past.
Na een miskraam of een abortus kan je lichaam direct weer een nieuwe menstruatiecyclus beginnen. Je krijgt weer een eisprong en daarna word je weer ongesteld. De meeste vrouwen worden binnen 4 tot 6 weken na een abortus of miskraam weer ongesteld. De eisprong is ongeveer 14 dagen daarvoor. Dat beteken dat je ongeveer 2 tot 4 weken na een miskraam of een abortus weer vruchtbaar kan zijn.
Heb je een kinderwens en wil je graag opnieuw proberen om zwanger te worden? Dan hoef je daar niet mee te wachten tot je weer ongesteld bent geweest. Wel is het advies om te wachten met vrijen tot het bloedverlies door de miskraam of de abortus is gestopt, om de kans op een infectie te verkleinen. Je kan ook wachten tot je weer ongesteld bent geweest, zodat je beter weet wanneer je een eisprong hebt. Dan ben je het meest vruchtbaar. Mocht je dan zwanger worden, dan weet je ook beter hoelang je al zwanger bent. Je kan zelf het beste beslissen of je dit belangrijk vindt.
Ben je 8 weken na een abortus of een miskraam nog niet ongesteld en ook niet opnieuw zwanger? Dan is het goed om dit aan je huisarts te vertellen. Die kan met je bespreken of het nodig is om te kijken of er een verkleving in je baarmoeder zit. Dit kan soms gebeuren na een miskraam of een abortus.
Hoelang het duurt om zwanger te worden, hangt van verschillende dingen af. Bijvoorbeeld van de vruchtbaarheid van jou en je partner (of degene van wie het sperma is, als je donorzaad gebruikt). Bij de vruchtbaarheid van vrouwen spelen de volgende dingen mee.
Als je ouder wordt, word je minder vruchtbaar. Vanaf ongeveer 35 jaar kan dit er soms voor zorgen dat het langer duurt voordat je zwanger bent. Ook wordt de kans op een miskraam of problemen tijdens de zwangerschap groter. Dat geldt ook voor de kans op een afwijking in de chromosomen van de baby, zoals het downsyndroom. Maar de meeste zwangerschappen van ‘oudere’ zwangeren verlopen gelukkig zonder problemen.
Door gezond en gevarieerd te eten, kan je de kans op een zwangerschap vergroten. Ook is het advies om foliumzuur en vitamine D te slikken als je zwanger bent of zwanger wilt worden. Vit D is o.a. nodig voor een goede bontontwikkeling van het kind Op deze pagina kan je meer lezen over voeding en supplementen.
Als je te licht of te zwaar bent, kan dit je kans op een zwangerschap verminderen. Dat is ook zo als je snel veel afvalt. Een diëtist of de huisarts kan je helpen om een gezond gewicht te krijgen. Hier kan je meer lezen over gewicht en de zwangerschap.
Roken, alcohol drinken en het gebruik van drugs kan de vruchtbaarheid verminderen en de kans op een miskraam vergroten. Ook is er bij gebruik van deze middelen meer kans op problemen tijdens de zwangerschap en op afwijkingen of gezondheidsproblemen bij de baby. Alcohol, drugsgebruik en roken (ook rook inademen van een ander) wordt sterk afgeraden als je zwanger wilt worden of zwanger bent. Wil je meer weten over de risico's of over hulp bij het stoppen, kijk dan op onze pagina's over alcohol, roken en drugs. Voor hulp kan je ook altijd terecht bij je verloskundige of huisarts.
Het normaal om af en toe stress of spanning te hebben. Dit is niet direct schadelijk voor je gezondheid. Als je lange tijd te veel spanning of stress hebt, kan dit wel je menstruatiecyclus verstoren. Dat kan de kans dat je zwanger wordt kleiner maken. Een verloskundige of je huisarts kan je advies geven hoe je stress in jouw leven zou kunnen verminderen.
Bij sommige beroepen is er meer risico dat de vruchtbaarheid (tijdelijk) vermindert of op problemen tijdens de zwangerschap. Dit kan bijvoorbeeld zo zijn als je:
Bespreek het met je werkgever of de bedrijfsarts als je dit herkent. Meestal kan je werk dan worden aangepast. Wil je hier meer over weten, kijk dan op onze pagina over schadelijke invloeden die je beter kan vermijden als je zwanger wilt worden of zwanger bent.
Sommige ziektes of aandoeningen hebben invloed op de menstruatiecyclus en de vruchtbaarheid. Bijvoorbeeld doordat de menstruatiecyclus is verstoord. PCOS en endometriose zijn hier voorbeelden van. Voor deze aandoeningen zijn behandelingen mogelijk om de kans op een zwangerschap te vergroten.
Gebruik je bepaalde medicijnen en wil je graag zwanger worden? Bespreek dit met je huisarts of de arts die de medicijnen voorschrijft. Sommige medicijnen zorgen er namelijk voor dat je minder vruchtbaar wordt. Of ze kunnen schadelijk zijn tijdens de zwangerschap. Je arts kan advies geven en je medicijnen aanpassen als het nodig is.
Soms word je moeilijker zwanger doordat je vagina, baarmoeder of eierstokken anders zijn dan normaal. Dit kan komen door een operatie of ziekte (zoals een soa of kanker), of je kan ermee geboren zijn. Je baarmoeder kan bijvoorbeeld een andere vorm hebben. Of je mist een eierstok. In sommige gevallen is zwanger worden op een natuurlijke manier niet mogelijk. De huisarts kan je dan doorverwijzen naar een gynaecoloog of vruchtbaarheidsarts, voor hulp bij het zwanger worden.
Bewegen is goed voor je lichaam en het draagt bij aan een gezonde leefstijl. Het is dus aan te raden als je graag zwanger wilt worden. Als je heel erg veel sport of aan topsport doet, kan dit soms wel de kans op een zwangerschap verminderen.
Ongeveer 5 tot 10 van de 100 vrouwen hebben PCOS. Dat staat voor polycysteus ovarium syndroom. Bij dit syndroom groeien er meerdere blaasjes of cystes op de eierstokken. Normaal groeien er elke maand een aantal vochtblaasjes in de eierstokken. Eén blaasje wordt zo groot, dat het knapt. Er komt dan een eicel vrij, die bevrucht kan worden. Dit is de eisprong.
Bij PCOS gaat er iets fout in de groei van de blaasjes. Er wordt geen blaasje zo groot dat het knapt. Je hebt dan geen eisprong en je wordt ook niet ongesteld. Bij sommige vrouwen gebeurt dit af en toe, dan heb je een onregelmatige menstruatiecyclus. Het kan ook zijn dat je (lange tijd) helemaal niet ongesteld wordt. Dit maakt zwanger worden moeilijker.
PCOS komt vaker voor in sommige families en bij vrouwen met overgewicht. Als je jezelf herkent in de kenmerken, bespreek dit dan met je huisarts. Vaak is er behandeling mogelijk om de kans dat je zwanger wordt groter te maken.
In je baarmoeder zit een slijmvlies. Dit heet het endometrium. Door je hormonen wordt dit elke maand dikker: zo wordt het klaargemaakt voor een zwangerschap. Als er rond de eisprong geen eicel wordt bevrucht, voert je lichaam het slijmvlies weer af. Dat gebeurt als je ongesteld bent. Het slijm en bloed komt dan via je vagina naar buiten.
Als je endometriose hebt, zit het slijmvlies niet alleen in je baarmoeder, maar ook daarbuiten. Bijvoorbeeld op of in de eierstokken, in de buikholte of rond de blaas en darmen. Het kan alleen niet via je vagina naar buiten als je ongesteld wordt, maar het blijft in je buik. Dit doet vaak pijn. Omdat je lichaam het bloed probeert op te ruimen, kunnen er ook ontstekingen ontstaan. Daardoor kan je littekens en verklevingen krijgen. Die maken het zwanger worden moeilijker.
Ongeveer 1 op de 10 vrouwen in de vruchtbare periode (20-55 jaar) heeft endometriose. Sommige vrouwen merken dit niet, omdat ze geen klachten hebben. Maar bij de meeste vrouwen zorgt de endometriose voor veel buikpijn als ze ongesteld zijn. Het kan zo erg zijn dat je je dagelijkse dingen niet meer kan doen. Andere klachten kunnen zijn:
Endometriose kan ervoor zorgen dat je minder vruchtbaar bent. Van de 10 vrouwen die moeilijk zwanger worden, blijken uiteindelijk 3 vrouwen endometriose te hebben. De kans op een spontane zwangerschap wordt kleiner als de endometriose erger is en op meer plekken zit.
Denk je dat je endometriose hebt, dan is het belangrijk om hiermee naar de huisarts te gaan. Er zijn verschillende manieren om endometriose te behandelen. Wat er mogelijk is, hangt af van jouw situatie.
Zwanger worden begint met een eicel en een zaadcel. De kans op een zwangerschap hangt dus af van de vruchtbaarheid van de vrouw én de man. Bij mannen heeft de leeftijd minder invloed op de vruchtbaarheid dan bij vrouwen. Voor zover bekend zijn mannen vanaf de puberteit tot op hoge leeftijd vruchtbaar. Wel kan het lastiger worden om een stijve penis (erectie) te krijgen, wat zwanger worden ook moeilijker maakt.
Veel dingen die bij vrouwen belangrijk zijn voor de vruchtbaarheid, gelden ook voor mannen. De kans op een zwangerschap is groter als ook de man een gezonde leefstijl en een gezond gewicht heeft. Dus met gezond eten, genoeg bewegen, geen alcohol, drugs of roken en weinig stress. Dit heeft invloed op de hoeveelheid en de kwaliteit van de zaadcellen.
Lees meer over leefstijladviezen voor de partner om de kans op een zwangerschap te vergroten
Schadelijke invloeden zoals straling, werken met schadelijke stoffen of gebruik van medicijnen kunnen de vruchtbaarheid bij mannen verminderen. Als je partner hiermee te maken heeft, is het goed dat hij dit bespreekt met de huisarts, de bedrijfsarts of de arts die hem medicijnen voorschrijft.
Bepaalde aandoeningen kunnen de vruchtbaarheid van een man verminderen. Bijvoorbeeld seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s), zoals chlamydia en gonorroe. Mocht je partner een soa hebben en jou besmetten, dan kan dit tijdens een zwangerschap ook schadelijk zijn voor de baby. Denk je dat je partner en/of jij een soa zou kunnen hebben, dan is het dus belangrijk om dit te laten testen en behandelen via de huisarts of de GGD.
Verder kan zwanger worden moeilijker gaan door een afwijking aan de penis, zaadleiders of ballen. Een man kan hiermee geboren zijn, of het kan zijn gekomen door een ongeluk of operatie. Het kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat een stijve penis minder goed mogelijk is of dat het zaad minder goed naar buiten kan. Als zwanger worden hierdoor niet goed lukt, kan de huisarts jullie doorverwijzen voor onderzoek en behandeling van een gynaecoloog, uroloog of vruchtbaarheidsarts.
Je kan direct proberen om zwanger te worden nadat je bent gestopt met anticonceptie (voorbehoedsmiddelen). Je hoeft dus niet te wachten tot je ongesteld bent geweest. Als je anticonceptie met hormonen gebruikte, kan het soms wel even duren tot je cyclus weer op gang komt.
Het is heel normaal dat zwanger worden niet bij de eerste pogingen lukt. Van alle stellen die hiermee bezig zijn, is 80% binnen één jaar zwanger. Als je na één jaar nog niet zwanger bent, terwijl je wel regelmatig vrijt, bespreek het dan met je huisarts. Die kan met jou en je partner overleggen of het nodig is om je door te verwijzen naar het ziekenhuis. Soms is er niets aan de hand en duurt zwanger worden gewoon wat langer. Het kan ook zijn dat onderzoek door een gynaecoloog zinvol is. Daarbij wordt er gekeken of er een oorzaak is waardoor zwanger worden niet lukt. Voor vragen over vruchtbaarheid kan je altijd terecht bij je huisarts of bij een verloskundige.