Tijdens de actieve fase is de bevalling goed op gang gekomen. Je hele lichaam heeft nog maar één doel: je baby geboren laten worden.
De latente fase is de eerste fase van de bevalling. Deze fase kan kort of lang duren. Bij een eerste baby duurt het meestal tien uur of langer. Latent betekent: niet zichtbaar, verborgen of sluimerend.
Als je baby is geboren, is de bevalling nog niet klaar. De placenta moet ook nog komen. De fase waarin de placenta wordt geboren, heet het nageboortetijdperk. Deze fase hoort nog bij de bevalling, ook al is je baby er al.
Hoe een bevalling loopt, is voor iedereen anders en van tevoren niet te voorspellen. Toch kan het fijn zijn en helpen om te weten wat je ongeveer gaat meemaken.
De overgang van ontsluiting naar uitdrijving heet de overgangsfase. Een ander woord hiervoor is: transitiefase. De weeën kunnen nu heel heftig voelen, maar ze kunnen ook juist wat rustiger worden, met langere pauzes ertussen. Hoe dan ook: het zal niet lang meer duren tot de geboorte van je kind.
De uitdrijvingsfase heet ook wel de persfase. Uitdrijven betekent zoiets als: naar buiten werken of duwen. Je baarmoeder duwt je baby tijdens elke wee een stukje verder door je vagina. De weeën heten nu dan ook persweeën.
Voorweeën, wat zijn het en hoe herken je ze? Tijdens de zwangerschap kan je voorweeën krijgen. Hoe komt dat en wat is het verschil met weeën?